dag 32, naar Te Anau

Vanmorgen weer vertrokken uit Queenstown, voor een rit van 190 km naar Te Anau wat weer meer naar de rand van de kust ligt. Dat gebied heet fjordland omdat het een zeer waterrijk gebied is wat veel overeenkomsten heeft met de Noorse fjorden. Te Anau ligt zelf ook aan de rand van zo’n fjord. Het gebied tussen Te Anau en de kust zelf is één groot nationaal park en dus onbewoond.   Na het verlaten van de stad eerst ruim een uur naast het grote meer gereden waar Queenstown ook aan ligt. De weg slingerde aan de voet van de berghelling op en neer en op een zeker moment was er ook een uitzichtpunt van waaruit je Queenstown mooi kon zien liggen. Aan het einde van het meer lag een heel klein plaatsje Kingston, bij de afslag stond een bord met een verwijzing naar een oude stoomtrein. Die wilde we wel even gaan bekijken natuurlijk. Wel een mooi oud station gevonden met wat wagon’s en een reparatiewerkplaats waar onderdelen van een stoomlocomotief stonden. Die zal dan wel uit elkaar gehaald zijn voor groot onderhoud dachten we. Terug naar de camper, waar het opviel dat er toch wel veel auto’s stonden voor het verder lege stationnetje. Onze weg maar weer vervolgd over een vlakte waar heel veel schapen rondliepen die vaak samen met koeien in de weides stonden. Nog even wat foto’s gemaakt en weer verder waar opeens een stuk verderop een grote zwarte rookpluim zichtbaar werd, er snel op af gereden en daar was dan toch de stoomtrein. Hij vertrok net weer van het eindpunt terug richting het oude stationnetje en was behoorlijk gevuld met mensen, het raadsel van de lege auto’s was dus ook gelijk opgelost. Verderop afgeslagen richting Te Anau en we kwamen daar op gegeven moment op een grote vlakte terecht waar we konden zeilen, met de camper dan wel te verstaan. Er stond een enorme wind en die kwam van rechts hoofdzakelijk, op zo’n moment ben je even niet blij dat de camper zo hoog is want ik moest behoorlijk tegensturen. Na ongeveer 30 km afgeslagen om de wind vervolgens schuin van voren te hebben, de camper werd steeds over het midden van de weg gedrukt dus het was maar goed dat er zo weinig tegenliggers waren. Het verschijnsel van die harde wind is in dat stuk blijkbaar normaal want alle bomen stonden ook scheef één kant op gegroeid. Na ongeveer 50 km vechten eindelijk weer in de luwte voor het laatste stukje naar Te Anau toe. Even een snelle verkenning gedaan van het centrum en gezien dat de camping recht tegenover het centrum lag, komt mooi uit dus. In de buurt eerst nog naar een wildlive park geweest, bleek een mooi park te zijn met kooien waar diverse inheemse vogelsoorten inzaten. De kea zat er onder andere ook, de papagaai die we nog steeds niet in het echt hebben gezien, en de kaka een nog zeldzamer soortgenoot. Ook de Nieuw-Zeelandse duif zat in een hok maar die hadden we al een tijdje geleden in het echt gezien. Nog wat rondgewandeld en terug naar de camping om een plaats te bespreken. Na het neerzetten de weg overgestoken en naar het centrum toe gewandeld, is maar een klein plaatsje dus was ook zo weer klaar natuurlijk. Daarna nog even lekker in het zonnetje naast de camper en zo eten. Morgen naar de Milford Sound toe, een soort dikke vinger die vanuit de zee het land insteekt en waar het heel erg mooi is. Misschien als het minder hard waait nog een vaartocht op de sound maken en in ieder geval een wandeling daar naar wat watervallen. De Milford sound is ook de reden dat we twee dagen hier gepland hebben. Morgen meer daarover.