dag 15: Naar Rotorua

Vanmorgen heerlijk in het zonnetje (sorry) ontbeten naast de camper, diverse vogeltjes waren aan het fluiten en verder helemaal niets. Zoals al verwacht waren we de enige gasten op de camping, wij vonden dat helemaal niet erg. Gistermiddag met de campingbeheerder zitten praten en veel geleerd over NZ, bijvoorbeeld dat heel veel vogels hier niet kunnen vliegen. Dat was ook niet nodig omdat er toch geen roofdieren waren, tot zo’n 150 jaar geleden wat Engelsen de possum (onder andere) meebrachten uit Australië voor de bonthandel. De bonthandel mislukte en possum’s werden vrijgelaten, die eten nu de vogels en de jonge scheuten van de bomen. Ze zijn inmiddels met zo’n 80 miljoen en lusten dus nogal wat, het is een regelrechte plaag. De bomen gaan dood en de inheemse vogels en andere dieren worden opgegeten.   Je hebt hier ook vogels die net doen alsof ze niet kunnen vliegen, die zitten midden op de weg om aangereden dieren op te peuzelen en als je er dan aan komt rijden lopen ze rustig naar de kant. Kom je dichterbij dan huppen ze wat met snelle hupjes terwijl ze je aankijken met een blik van,  je weet toch dat ik niet vliegen kan? Wordt het echt spannend dan doen ze razendsnel wat vleugelslagen en zijn, tot nu toe, net voor ons van de weg af. 

Na ons vertrek weer door mooie wegen, onder andere langs een prachtig meer, richting Rotorua gereden. In het gebied rondom en in Rotorua is veel vulkanische activiteit, overal borrelt de grond en zie je dampen uit de grond of het water komen. Er zijn dus ook veel heetwaterbronnen te vinden en wij zijn naar Hells  Kitchen geweest wat uiteraard mooi op de route lag. Eenmaal binnen eerst een rondwandeling gemaakt, langs diverse water en modderpoelen die stonden te stomen en te borrelen. Het hele gebied stonk naar rotte eieren. De heetste poelen waren 100 graden en we hebben daar ook de enige heetwater waterval van de wereld gezien (volgens het bordje dan he). Het water komt naar beneden met 45 graden en de Maori’s gebruikten dit om de wonden na de gevechten schoon te maken. Na de rondwandeling nog geprobeerd een houten souvenir te maken, een soort workshop met een stuk hout en een beitel en hamer. Het leek redelijk maar een van de mannen die daar werkt heeft het nog even dunnetjes overgedaan en gelijk een soort was erop gedaan. Je mag onbehandeld hout niet uitvoeren dus vandaar het laagje erop. Hierna begon het grote feest, eerst omkleden en in een zwavelhoudende hotpool van 39 graden gezeten samen. Daarna een koude douche en vervolgens in een modderbad met zijn tweetjes en we konden elkaar eindelijk eens een keer zwartmaken, nou ja het was meer groen/grijs maar wel 38,5 graad. Je schijnt er een hele zachte huid van te krijgen maar om nou te zeggen dat het een wereld van verschil is, nee. Misschien moet je vaker he. Uiteraard weer goed afspoelen en een andere hotpool in om nog wat na te weken, daarna weer de eerste pool in van 39 graden en net voor het  kookpunt er weer uit. Kortom we zijn goed bezig geweest denken we, dit allemaal om deze topsport nog 4 weken vol te kunnen houden natuurlijk en niet omdat we het gewoon lekker vonden. Wel hebben we nu badkleding, zelfs na het wassen, met een lichte rotte eieren lucht en onze huid ruikt er ook een beetje naar.  Na het aankleden door naar de supermarkt en op naar de camping, een kiwicamping (zo heet de keten) aan de rand van weer een ander groot meer deze met zwarte zwanen. Het was 26 graden buiten met een strak blauwe lucht. Op deze camping zijn 3 hotpools en een verwarmd? zwembad van 24 graden, wat hebben we het weer zwaar met zoveel keuzes he. Petra heeft de 1^e was gedaan en het droogde al terwijl je het aan de lijn aan het hangen was.  Nu even de blog bijwerken en dan eten.